Propagatienieuws – week 40 2024

PropagatienieuwsDeze week in Propagatienieuws:

Propagatienieuws wordt samengesteld door Tom Koeken (PC5D).

HF

De zon was afgelopen week erg actief. De zonneflux schoot omhoog en bereikte aan het einde van de week een nieuw record van 312. Aan de zichtbare kant van de zon kon een gordel van actieve regio’s worden waargenomen. Op 10m leverde dat goede DX op naar oceanie. Eén van die regio’s, AR 3842, produceerde op dinsdagavond de op dat moment op één na sterkste zonnevlam van de cyclus, een X7. Op donderdag kwam daar een X9-vlam bij, de sterkste in de huidige cyclus nr. 25. We bevinden ons momenteel op het zonnemaximum.

De X9-zonnevlam vond plaats rond het middaguur, toen het zonnevlekgebied AR3842 naar de aarde was gericht. Een kortegolfluisteraar meldde in de Facebookgroep “A-DX Fernempfang” dat alle stations in de 19 m-band (15 MHz) plotseling verdwenen en pas na ongeveer een half uur langzaam terugkeerden. De signalen vertoonden kortstondig lichte frequentiefluctuaties – zoals een dopplereffect. De oorzaak van de ontvangststoring is te vinden op een hoogte van ongeveer 60 kilometer in D-Regio. Het beschermt dieren en mensen onder andere tegen de gevaarlijke röntgenstraling van de zon. Regio D wordt geïoniseerd door de röntgenstraling, wat de röntgenfotonen hun energie kost. Wat goed is voor het leven op aarde, is slecht voor de kortegolfpropagatie. Dit komt omdat de D-regio de korte golven als het ware “opslokt”. Dit wordt “kortegolf fadeout” of “radio blackout” genoemd, en we kennen het fenomeen ook als het “Mögel-Dellinger effect”. Het is meer merkbaar bij lage frequenties dan bij hogere frequenties.

Deze zonnevlammen zijn goed te detecteren met röntgenmetingen en worden soms met “röntgenflits” aangeduid. Welnu, tijdens een zonnevlam worden er naast straling ook hoogenergetische deeltjes geproduceerd. Deze breken echter in alle richtingen uit vanaf hun punt van oorsprong iets boven het oppervlak van de zon. Sommige van deze deeltjes raken de zon zelf en worden afgeremd. De kinetische energie die de deeltjes daarbij verliezen, wordt grotendeels uitgezonden in de vorm van röntgenstraling. Hierdoor ontstaat een röntgenflits. Deze flits reist met de lichtsnelheid en bereikt de aarde eerder dan de hoogenergetische deeltjes, in slechts ongeveer acht minuten. Als de D-regio geïoniseerd is door de röntgenflits, voorkomt dit dat elektromagnetische golven in het kortegolfgebied de E- of F-regio bereiken. En dit is precies wat leidt tot de gevreesde “radio blackouts”. Dit betekent dat de voortplanting enkele uren wordt verstoord.  Naast een “radio black-out” genereerde de X9-vlam ook een “Type 4 radio burst”. Dit is een extreem breedbandige radiostraling die bijna 15 minuten lang meetbaar was van 50 MHz tot ver in het GHz-bereik en het sterkst was rond 400 MHz.

Een ander neveneffect van zulke zonnevlammen zijn coronale massa-ejecties. De twee sterke zonnevlammen (X7 en X9) en een reeks kleinere M-vlammen hebben CME’s in de richting van de aarde geslingerd. Volgens een model van NOAA zullen ze onze planeet raken of schampen tot en met 7 oktober. NOAA-wetenschappers verwachten sterke magnetische stormen tot G3-klasse.

HF Propagatie vooruitzichten 

Er zijn momenteel meer actieve regio’s met direct zicht op de aarde en er worden nog meer actieve gebieden verwacht aan de andere kant van de zon, dus de zonneflux van circa 280 zal de komende dagen erg hoog blijven. De toename van de MUF richting herfst en winter zet door, met waarden boven de 35 MHz die ’s middags al weer worden verwacht. 10 meter gaat praktisch open bij zonsopgang, alle bovenste banden zijn overdag bruikbaar. De afsnijfrequentie wordt ook ’s nachts verhoogd door de verhoogde zonneactiviteit, zodat de 20 meter band vaak weer de hele nacht open blijft voor DX. Ook 15m kan in het duister nog verrassingen opleveren.
Deze hoge MUF wordt wel verstoord door de reeks van CME’s die op weg is naar de aarde. Voor de komende dagen zal de Kp-index flink variëren tussen 3 en 7 met tijdelijk een sterke geomagnetische storm.

VHF en EME

Tropo

Een krachtig lagedrukgebied ten westen van Ierland zorgt voor een zuidelijke luchtstroom naar onze regio. Tropocondities zijn voorlopig niet noemenswaardig. Donderdag lijkt een goede dag te worden voor regenscatter.

Sporadische-E

Op 1 oktober is er nog een sporadische E opening geweest op 6 m richting Spanje en midden Frankrijk. Het zomerseizoen voor Es is meestal in september afgelopen, en dan is het wachten tot half december het kleinere winter Es seiszoen begint. Waarschijnlijk heeft de erg hoge zonneflux geholpen bij deze opening.

Aurora

Bij het HF deel is al gemeld dat er een sterke magnetische storm aankomt. Hierdoor is er dit weekend een verhoogde kans op aurora.

Meteoorscatter

Meteorscatter kan in oktober profiteren van relatief hoge aantallen sporadische meteoren en een redelijk goede bui. De Orionïden zorgen voor redelijke aantallen, hoewel niet zo goed als enkele jaren geleden. Recente terugkomsten (2006-2009) werden gekenmerkt door sterke meteooractiviteit (ZHR tot 70 hr-1 op 2 of 3 opeenvolgende data), terwijl gegevens van 1984-2001 aangeven dat de hoogste gemiddelde ZHR tussen 14 en 31 hr-1 ligt. Een 12-jarige periodiciteit in sterkere terugkeren als gevolg van Jupiters invloed is gevonden in radargegevens sinds 2002, maar niet in visuele gegevens. Hogere activiteit als gevolg van de vermoedelijke cyclus werd voorspeld in 2020-2022, maar de gemiddelde maximale ZHR in de jaren 2012-2020 lag in de range van 20-30 hr-1. Voor 2024 wordt een ZHR van ongeveer 20 uur-1 verwacht, met een piek op 21 oktober.
Orionïden geven vaak meerdere kleinere maxima, waardoor de meteooractiviteit ongeveer constant blijft gedurende meerdere opeenvolgende dagen rond de hoofdpiek. Daarnaast zijn er nog enkele kleinere meteoren regens rond 5 en 8 oktober.

EME

Voor EME-operators is de declinatie van de maan op woensdag het minimum. Het is dus een goede week om systemen te controleren voordat de Zon ook te laag aan de hemel komt te staan om in de winter zinvolle metingen van zonneruis te doen. Padverliezen zijn nog steeds hoog, maar beginnen te dalen.
Als je het geluk hebt om een heldere lage horizon te hebben, zal je een aantal contacten maken, maar met piekmaanhoogte slechts acht graden op woensdag, heb je geluk! 144 MHz hemelruis in het algemeen is hoog tot matig voor de rest van de week.


Over zonnefluxindex, zonnevlekkengetal en Kp-index

De zonnefluxindex (SFI) is een maat voor de ionisatiegraad van de ionosfeer. De SFI heeft een waardenbereik van 50 tot 300. Lage waarden signaleren doorgaans slechte of matige HF-condities en hoge juist goede (een hoge MUF). Tijdens de piek van een zonnevlekkencyclus meten we waarden van meer dan 200, met kortdurende uitschieters naar 300.

Het zonnevlekkengetal is een maat voor de activiteit van de zon. Ook nu geldt, hoe hoger de waarde, des te gunstiger voor de HF-propagatie (op hogere banden). De zonneactiviteit kan als volgt ingedeeld worden aan de hand van het zonnevlekkengetal: laag: 0-30, gematigd: 30-60, hoog: 60-90, zeer hoog: 90-120, intensief: > 120.

De Kp-index is een maat voor de magnetische fluctuaties in de ionosfeer. Lage waarden zijn gunstig voor de HF-propagatie. Vanaf een waarde van 2 beginnen HF-condities te degraderen. Boven de 5 is er sprake van ernstige verstoring en vanaf 7 kunnen zelfs radio-blackouts voorkomen, waarbij HF-communicatie volledig uitvalt. Bij hogere Kp-indexwaarden (vanaf ongeveer 3) neemt de kans op aurora overigens toe.

De beste HF-condities op de hogere banden zijn dus te verwachten bij een hoge zonnefluxindex, een hoog zonnevlekkengetal en een lage Kp-index.

Over maximaal bruikbare frequentie (MUF) en kritische frequentie

De maximaal bruikbare frequentie (MUF) is de frequentie waarbij de verwachting is dat radiosignalen nog zullen reflecteren tegen de ionosfeer. Voor paden korter dan 3000 km zal de MUF lager zijn omdat de opstralingshoek steiler is, waardoor radiosignalen makkelijker door de ionosfeer heen dringen.

De frequentie waarbij nog reflectie optreedt terwijl de opstralingshoek 90 graden is (verticaal), heet de kritische frequentie.

 

 


Tom PC5D stelt het propagatienieuws samen. Bij de samenstelling maakt hij onder andere gebruik van de voor Nederland relevante informatie uit de volgende bronnen: het wekelijkse RSGB Propagation News, DX Info Centre, HF-Referat DARC, Poollicht.be, Make More Miles on VHF, Met Office en NOAA. Propagatienieuws maakt ook deel uit van het radiojournaal van de Zuid-Limburgse zondagochtendronde. De audio-opname van deze ronde is terug te luisteren op a22.veron.nl