Google Earth helpt de ionosfeer te bestuderen

De ionosfeer bestuderen in Google Earth

nasaDeze week is er een nieuwe toevoeging aan Google Earth gelanceerd die ons door de ionosfeer laat vliegen. De website van NASA, met de naam ‘NASA’s Explore the Ionosphere (from the safety of your own home) Web Page’, kondigt deze nieuwe tool aan. Door NASA gesubsidieerde onderzoekers hebben een 4-dimensionaal model van de ionosfeer vrijgegeven aan het grote publiek onder de naam ‘Earth Space 4-D’. Het enige wat men nodig heeft, is een computer met Google Earth en een internetverbinding.

Eerst een demonstratie?

“Dit is een opwindende ontwikkeling”, zegt zonne-fysicus Lika Guhathakurta van het NASA-hoofdkwartier in Washington DC. “De ionosfeer is belangrijk voor piloten, zendamateurs, wetenschappers en zelfs soldaten. Met behulp van deze nieuwe 4D-tool kunnen zij de ionosfeer in de gaten houden en bestuderen alsof ze er zelf in zitten”. Op de website van het project is nieuws te vinden en een video-demonstratie waarin de belangrijkste dingen aan bod komen. Vanaf de website is uiteraard het benodigde programma te downloaden en instructies over het gebruik ervan.

Prachtige tool voor de amateur

Om Earth Space 4D te kunnen gebruiken moet eerst Google Earth geïnstalleerd zijn. Beide programma’s zijn overigens gratis. Het programma is nog zo nieuw dat we er nog niet uitgebreid naar hebben kunnen kijken, maar het ziet er uit als een goede aanvulling voor de gereedschapskist van de amateur. Alleen al de functies om de Maximum Useable Frequency (MUF) te kunnen bekijken zijn interessant voor amateurs, en dan hebben we het over de rest nog niet gehad.

Kijk direct op de website van de NASA.

Slimme elektriciteitsmeters van Delta

Verslag infoavond Delta Vlissingen

16-04-2008

Aanwezigen

Div. leden van VRZA en VERON afd. Walcheren, Willem van Gaalen en Tom Verhoef van de VERON EMC-EMF Commissie, twee technici en de voorlichter van Delta.

Inleiding

Slimme elektriciteitsmeters van DeltaIedereen werd allerhartelijkst ontvangen door de voorlichter en de meeting vond plaats in de Delta testruimte. Hier waren diverse testopstellingen te zien met verschillende merken en types meters alsmede de vier verschillende opties voor dataoverdracht.

Allereerst kregen we een inleiding over het hoe en waarom van “slimme” energiemeters. Het blijkt dat de overheid de energiebedrijven de verplichting opgelegd heeft om tenminste het elektriciteit- en gasverbruik op afstand afleesbaar te maken. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt bij de netwerkbeheerders.

De bedoeling van deze maatregel is om :

  1. de overstap van energieleverancier te vereenvoudigen door centrale opslag en beheer van alle metergegevens.
  2. de verbruiker een continu inzicht te geven in zijn verbruik wat zou moeten leiden tot een mogelijke energiebesparing van 7 %.
  3. de mogelijkheid om op afstand gas en Electra (deels en/of tijdelijk) af te sluiten om zo het energieverbruik te beperken en/of misbruik te voorkomen.

Waarover gaat het nu?

Omdat Delta zowel gas, water als elektra levert zullen alle desbetreffende meters vervangen worden. Bij andere energieaanbieders kan dit beperkt worden tot alleen de gas- en elektrameters.

In de meeste gevallen zal de elektrameter ook gebruikt worden als lokale dataopslag voor tenminste 10 dagen verbruik van zowel elektra, gas als water. Deze data-unit kan dan regelmatig op vier verschillende manieren door de netwerkbeheerder uitgelezen worden via:

  1. het lichtnet (PLC)
  2. internet (IP)
  3. draadloze telefoon (GSM)
  4. een draadloze verbinding (RF)

In sommige gevallen zal ook de communicatie tussen een meter en de lokale dataopslag plaatsvinden op draadloze wijze, dit i.v.m. de onderlinge afstand.

De gezamenlijke meetgegevens worden in het dichtst bijzijnde transformatorstation
verzameld en via een internetverbinding doorgestuurd naar de centrale database, die op zijn beurt benaderd wordt door de verschillende energieleveranciers voor o.a. facturatie-doeleinden etc.

Onze zorg

De datacommunicatie via het lichtnet (PLC) was de aanleiding tot bezorgdheid van de leden van afdeling Walcheren, met in het achterhoofd het hoge stoorniveau tijdens de testen met PLC-internet gebruik (te Arnhem).

Resultaat

Uit de toelichting van Tom, de meetopstelling ter plaatse en extra info van de Delta technici bleek dat voor deze bezorgdheid geen reden is. Deze datacommunicatie vindt laagfrequent plaats en als de meter zich gedraagt conform de EN-norm ontstaan er boven 200 kHz géén storingen. Een en ander is ook niet vergelijkbaar met het gebruik van internet-PLC waarbij er snelle en continue datacommunicatie mogelijk moet zijn. Dit laatste levert een veel groter bandbreedte gebruik op met hogere signalensterkte waardoor er een sterke breedbandige HF-storing optreedt.

Iets anders is de storing die de netwerkbeheerder zelf kan ondervinden van allerlei voorkomende geschakelde voedingen en lichtnetfilters. Als voorbeeld werd een kleine UPS voor een computerserver getoond, waarvan de filtering van de inwendige geschakelde voeding, de datacommunicatie in een groot deel van het net onmogelijk maakte (te laagohmig).

Al met al was het een leerzame, vruchtbare en prettige bijeenkomst met een zeer open karakter.

Willem van Gaalen, PA0WJG en Tom Verhoef, PE1CAT, secr. Veron EMC-EMF Cie.