Propagatienieuws – week 1, 2024

PropagatienieuwsDeze week in Propagatienieuws:

Propagatienieuws wordt samengesteld door Tom Koeken (PC5D).

HF

Op oudejaarsavond rond 21.55 UTC vond de sterkste zonnevlamuitbarsting van zonnecyclus 25 tot nu toe plaats – een X5-vlam!

Dit leidde tot een ongeveer een uur durende radio black-out (het zogenaamde Mögel-Dellinger effect) boven de Stille Oceaan – alle frequenties onder 30 MHz werden beïnvloed: hoe lager de frequentie, hoe sterker de verzwakking. De uitbarsting vond plaats aan de oostelijke rand van de zon, in het actieve gebied 3536.

Deze vlam resulteerde ook in een coronale massa-ejectie (CME) op de uiterste oostelijke rand van de zon. Dat is een positie die in het algemeen geen component heeft die op de aarde is gericht. In dit geval leek het aanvankelijk anders te zijn.

Volgens een model van NASA zou de CME onze planeet toch op 2 januari schampen en een geomagnetische storm veroorzaken, aldus de wetenschappers. Maar zover kwam het toch niet. Het bleef bij een lichte verstoring. De protonfluxdichtheid nam toe en zo konden we op woensdag 3 januari een lichte S1-stralingsstorm waarnemen. Dit leidde tot een verzwakking van de polaire propagatiepaden.  

Op zaterdagochtend registreerde NOAA een zogenaamde poolkapabsorptie boven Antarctica. Dergelijke poolkapabsorptie is een abnormale toestand van de ionosfeer in de poolgebieden waarbij radiogolven in het kortegolfbereik worden geabsorbeerd, d.w.z. sterk verzwakt, en lange golven in het bereik tussen ongeveer 3 en 300 kHz worden gereflecteerd op zeer lage hoogten.

De absorptie van de poolkap wordt veroorzaakt door protonvlammen met energieën van meer dan 10 miljoen elektronvolt. Dit veroorzaakt ionisatie van de D-laag boven de poolgebieden. Zo’n toestand kan enkele dagen of zelfs weken duren.

Als het actieve gebied 3536 recht tegenover de aarde had gestaan toen de uitbarsting werd waargenomen, zou een sterker protonengebeuren en een krachtige geomagnetische storm zeer waarschijnlijk zijn geweest. 

Sinds het begin van het jaar is de zonneflux gestegen van 136, naar 155 op zaterdag en kan halverwege de week uitkomen op 170. Indien de geomagnetica zo rustig blijft als nu, kunnen we prachtige condities verwachten, zowel op de bovenste als de onderste banden, met in de middag een MUF van ruim 30 MHz voor een 3000 km sprongafstand. Het aantal actieve zonnevlekgebieden neemt momenteel echter toe, waardoor zonnevlammen en coronale massa-ejecties steeds waarschijnlijker worden. En dus interferentie, vooral op de lage banden – van 160 tot 40 meter.

HF-vooruitzichten

Experts verwachten op 8 of 9 januari de komst van een CME, die de zon verliet in de late avond van 4 januari. Het is onduidelijk in hoeverre deze de geomagnetica zal beïnvloeden. De plasmadichtheid loopt dan op maar de snelheid van de zonnewind is dan relatief laag. Het kan wat onrustig worden aan het begin van de week en de DX-mogelijkheden op de lage banden vertroebelen.

MUF 3000 varieert tussen 8 en 10 MHz in de nacht, stijgt rond 07.00 UTC en bereikt een uur later bij zonsopgang waarden van rond 24 MHz. In de loop van de dag wordt de 30 MHz overschreden, bij zonsondergang rond 16.00 UTC ligt de waarde nog boven de 21 MHz, om twee uur later te dalen tot ongeveer 10 MHz.

VHF en EME

Tropo

Het nieuwe jaar brengt een verandering van weertype met zich mee waardoor koudere lucht uit het noordoosten wordt aangevoerd. Boven Denemarken en de Noordzee ontstaat een groter gebied met marginale tot redelijke tropo condities.

Buienactiviteit is eindelijk weer eens beperkt, en daarmee ook de kans op regenscatter.

Sporadische-E

Tot het midden van de maand moeten we alert zijn op zeldzame sporadische E-propagatie halverwege de winter. Met een zeer verwrongen straalstroompatroon gedurende de hele periode zijn de kansen beter dan gemiddeld.

Aurora

De verwachtingen voor de Kp-index zijn voorlopig te laag voor Aurora, maar het blijft voor deze propagatievorm van belang om het ruimteweer goed in de gaten te houden.

Meteoorscatter

De Quadrantiden meteorenregen loopt nog tot 12 januari, maar heeft de piek inmiddels achter de rug. Er is deze maand nog een kleinere regen maar die heeft een erg lage intensiteit.

EME

Voor EME zien we deze week een negatieve declinatie van de maan, die tegen woensdag tot een minimum daalt. De maanvensters zullen dus kort zijn en de piek in maanhoogte zal laag zijn. Padverliezen zijn ook laag, maar we zijn nog steeds meer dan een week verwijderd van perigeum, de dichtste nadering van de maan tot de aarde. 144 MHz hemelruis neemt de hele week toe met als hoogtepunt dat de zon en de maan dicht bij elkaar staan op de 11e januari.


Over zonnefluxindex, zonnevlekkengetal en Kp-index

De zonnefluxindex (SFI) is een maat voor de ionisatiegraad van de ionosfeer. De SFI heeft een waardenbereik van 50 tot 300. Lage waarden signaleren doorgaans slechte of matige HF-condities en hoge juist goede (een hoge MUF). Tijdens de piek van een zonnevlekkencyclus meten we waarden van meer dan 200, met kortdurende uitschieters naar 300.

Het zonnevlekkengetal is een maat voor de activiteit van de zon. Ook nu geldt, hoe hoger de waarde, des te gunstiger voor de HF-propagatie (op hogere banden). De zonneactiviteit kan als volgt ingedeeld worden aan de hand van het zonnevlekkengetal: laag: 0-30, gematigd: 30-60, hoog: 60-90, zeer hoog: 90-120, intensief: > 120.

De Kp-index is een maat voor de magnetische fluctuaties in de ionosfeer. Lage waarden zijn gunstig voor de HF-propagatie. Vanaf een waarde van 2 beginnen HF-condities te degraderen. Boven de 5 is er sprake van ernstige verstoring en vanaf 7 kunnen zelfs radio-blackouts voorkomen, waarbij HF-communicatie volledig uitvalt. Bij hogere Kp-indexwaarden (vanaf ongeveer 3) neemt de kans op aurora overigens toe.

De beste HF-condities op de hogere banden zijn dus te verwachten bij een hoge zonnefluxindex, een hoog zonnevlekkengetal en een lage Kp-index.

Over maximaal bruikbare frequentie (MUF) en kritische frequentie

De maximaal bruikbare frequentie (MUF) is de frequentie waarbij de verwachting is dat radiosignalen nog zullen reflecteren tegen de ionosfeer. Voor paden korter dan 3000 km zal de MUF lager zijn omdat de opstralingshoek steiler is, waardoor radiosignalen makkelijker door de ionosfeer heen dringen.

De frequentie waarbij nog reflectie optreedt terwijl de opstralingshoek 90 graden is (verticaal), heet de kritische frequentie.

 

 


Tom PC5D stelt het propagatienieuws samen. Bij de samenstelling maakt hij onder andere gebruik van de voor Nederland relevante informatie uit de volgende bronnen: het wekelijkse RSGB Propagation News, DX Info Centre, HF-Referat DARC, Poollicht.be, Make More Miles on VHF, Met Office en NOAA. Propagatienieuws maakt ook deel uit van het radiojournaal van de Zuid-Limburgse zondagochtendronde. De audio-opname van deze ronde is terug te luisteren op a22.veron.nl.