Propagatienieuws – week 30, 2022

PropagatienieuwsDeze week in Propagatienieuws:

Propagatienieuws wordt samengesteld door Tom Koeken (PC5D).

HF

De verwachte daling in de zonneactiviteit van vorige week heeft zich verder doorgezet tot een zonnefluxindex van 93 op zaterdag. De circa vijftig zonnevlekken die we hebben zijn relatief klein en vrij onbeduidend.


OK1HH maakte enkele interessante opmerkingen: “De geomagnetische storing van 21 juli bijvoorbeeld veroorzaakte korte verbeteringen in de ionosferische propagatie-omstandigheden. Een uitstoot van coronale massa (CME) trof het magnetische veld van de aarde op 23 juli om 02:59 UTC en veroorzaakte een geomagnetische storm van klasse G1. In de vroege ochtenduren kon daardoor een reeks contacten worden gelegd op de 6m-band tussen Centraal-Europa en tussen Centraal-Europa en de Oostkust van de VS.

De protonendichtheid in de zonnewind, die tussen 20:00 en 21:00 UTC op 27 juli plotseling toenam, leidde tot een aanzienlijke verbetering van de kortegolfpropagatie tussen Europa en het Caribisch gebied, terwijl tegelijkertijd het pad tussen Europa en Noord-Amerika werd afgesloten”, aldus de waarnemingen van OK1HH.


Er is een nieuwe zonnevlek is verschenen aan de zuidoostelijke rand van de zon met de aanduiding AR3068. Hij is nog klein, maar groeit snel en is binnen een dag verdrievoudigd in omvang. Dit maakt het een hoopvolle kandidaat voor toekomstige activiteit.

HF-vooruitzichten

Voor de komende dagen verwacht NOAA dat de zonneactiviteit op een zeer laag niveau zal blijven, met een zonnefluxindex die net onder de 90 kan zakken. Tegen volgend weekend kan zich dat weer iets herstellen tot 100. De kans op zonnevlammen en radio-blackouts is klein. De zonnewind met plasmadeeltjes is momenteel nog wat hoog zodat we vandaag nog met een Kp-index van 3 moeten rekenen. Dit is nog een gevolg van een eerder opgetreden gat in de corona van de zon. Daarna zal de snelheid van de zonnewind weer afnemen. Het aardmagnetisch veld zal enkele dagen rustig zijn om halverwege de week weer wat actiever te worden.

Het worden dus wat wisselvallige zomercondities. De maximaal bruikbare frequentie zal variëren van 13 MHz in de nacht tot zo’n 20 MHz overdag met soms een uitschieter naar 25 MHz. Voor propagatiepaden naar het zuiden zal de MUF wat hoger uitvallen. De uitdaging is dan om in ieder geval de eerste hop naar buiten Europa te halen.

21 MHz gaat dus van tijd tot tijd open, vooral in de tweede helft van de dag. ’s Nachts blijven de banden tot 10 MHz betrouwbaar open. De 40m-band zal met uitzondering van de nachtelijke uren ook goed bruikbaar zijn binnen de Benelux. Van tijd tot tijd gaat de 10m-band open als gevolg van Sporadische-E, maar de openingen zullen de komende weken minder frequent worden.

VHF en hoger

Voor de komende dagen hebben we een gemiddelde luchtdruk en lucht die met niet al te veel snelheid vanaf het Kanaal wordt aangevoerd. Voor tropocondities zal met name het pad naar Bretagne en Normandië in de ochtenduren kansen kunnen bieden.

Sporadische-E (Es)

Er zijn enkele vluchtige tekenen van het aanhoudende Sporadische-E-seizoen, maar openingen zijn in deze tweede helft van de zomer minder. De typische tijdvensters zijn vroeg in of halverwege de ochtend en opnieuw laat in de middag/vroege avond.

De oorzaak van het optreden van Sporadische-E is meestal weerkundig van aard, zoals een straalstroom, waarvan de turbulentie een golfbeweging in de atmosfeer creëert die variërende windstromingen kan veroorzaken in het E-gebied, zo’n 100 km boven het weer, en een grote bijdrage kan leveren aan de vorming van Es.

Het straalstroompatroon is nog steeds in zijn zwakke zomermodus. Niets krachtigs, maar wel voldoende mogelijkheden. Het dichtstbijzijnde deel is waar de Atlantische stroming over Frankrijk naar het zuiden dipt, rond een hoogtetrog. De zuidelijke basis van de trog bevat ook wat onweersachtige activiteit boven de oostelijke Pyreneeën. Het resultaat is dat zowel short skip als paden naar het centrale Middellandse Zeegebied en Spanje op het menu kunnen staan als het aardmagnetisch veld rustig is.

De bovenste trog boven Finland is waarschijnlijk te ver weg voor een eerste hop, maar als de stroming boven het Verenigd Koninkrijk uitloopt naar de Noordzee, komt er mogelijk een pad naar Baltische Staten en Finland.

De straalstroom boven Turkije zou een tweede hop naar het Midden-Oosten kunnen worden en ook de Atlantische paden zijn in een redelijke conditie, zowel voor traditionele routes als een meer polaire versie voor de centrale Staten of de westkust.

Het zijn meerdere maar ook zwakkere gebieden dus ziet het er niet al te gunstig uit voor grote Es gebeurtenissen.

Regenscatter, aurora en meteoorscatter

Mogelijkheden voor regenscatter zien er niet al te sterk uit omdat de frontale wolkenbanden niet zo effectief zijn als zware onweersbuien. Met lage activiteit op de zon is ook de kans op aurora klein. Meteoorscatter wordt in augustus wel interessant door de Perseïden die een brede piek hebben

EME

Voor EME is het een goede week met een positieve maandeclinatie tot dinsdag en dalende padverliezen. We zijn echter nog meer dan een week verwijderd van perigeum, met de kortste afstand tussen aarde en maan. 144MHz-ruis is laag maar neemt langzaam toe gedurende de week.

 


Over zonnefluxindex, zonnevlekkengetal en Kp-index

De zonnefluxindex (SFI) is een maat voor de ionisatiegraad van de ionosfeer. De SFI heeft een waardenbereik van 50 tot 300. Lage waarden signaleren doorgaans slechte of matige HF-condities en hoge juist goede (een hoge MUF). Tijdens de piek van een zonnevlekkencyclus meten we waarden van meer dan 200, met kortdurende uitschieters naar 300.

Het zonnevlekkengetal is een maat voor de activiteit van de zon. Ook nu geldt, hoe hoger de waarde, des te gunstiger voor de HF-propagatie (op hogere banden). De zonneactiviteit kan als volgt ingedeeld worden aan de hand van het zonnevlekkengetal: laag: 0-30, gematigd: 30-60, hoog: 60-90, zeer hoog: 90-120, intensief: > 120.

De Kp-index is een maat voor de magnetische fluctuaties in de ionosfeer. Lage waarden zijn gunstig voor de HF-propagatie. Vanaf een waarde van 2 beginnen HF-condities te degraderen. Boven de 5 is er sprake van ernstige verstoring en vanaf 7 kunnen zelfs radio-blackouts voorkomen, waarbij HF-communicatie volledig uitvalt. Bij hogere Kp-indexwaarden (vanaf ongeveer 3) neemt de kans op aurora overigens toe.

De beste HF-condities op de hogere banden zijn dus te verwachten bij een hoge zonnefluxindex, een hoog zonnevlekkengetal en een lage Kp-index.

Over maximaal bruikbare frequentie (MUF) en kritische frequentie

De maximaal bruikbare frequentie (MUF) is de frequentie waarbij de verwachting is dat radiosignalen nog zullen reflecteren tegen de ionosfeer voor paden van 3000 km. Voor paden korter dan 3000 km zal de MUF lager zijn omdat de opstralingshoek steiler is, waardoor radiosignalen makkelijker door de ionosfeer heen dringen.

De frequentie waarbij nog reflectie optreedt terwijl de opstralingshoek 90 graden is (verticaal), heet de kritische frequentie.

 


Tom PC5D stelt het propagatienieuws samen. Bij de samenstelling maakt hij onder andere gebruik van de voor Nederland relevante informatie uit de volgende bronnen: het wekelijkse RSGB Propagation News, DX Info Centre, HF-Referat DARC, Poollicht.be en Make More Miles on VHF. Propagatienieuws maakt ook deel uit van het radiojournaal van de Zuid-Limburgse zondagochtendronde. De audio-opname van deze ronde is terug te luisteren op a22.veron.nl.