Berichten

Antennebureau brengt nieuwe website in de lucht

screenshot website antennebureauBelangrijkste veranderingen uiterlijk van website Antennebureau

Moderner, frisser en compacter. Nieuwe opzet en structuur. De website van het Antennebureau schaalt zich automatisch naar het juiste formaat op de laptop, mobiele telefoon of tablet.  Lees meer

mast met heel veel antennes

Verkenning toekomst openbare registratie antenne-installaties.

mast met heel veel antennesHet ministerie van Economische Zaken, in samenwerking met Agentschap Telecom, heeft KWINK groep gevraagd te verkennen hoe de toekomst van een openbare registratie van antenne-installaties eruit zou kunnen zien. Bij radiozendamateurs beter bekend als het antenneregister. Lees meer

hoorn-antenne op de meetbank bij Lichtmis

Antennemeetdag bij De Lichtmis op 20 mei 2017

Antennemeetdag bij VERON afdeling MeppelAntennemeetdag bij VERON afdeling Meppel

Op zaterdag 20 mei a.s. wordt er weer een antennemeetdag georganiseerd door de VERON afdeling Meppel. Op deze dag worden er antennes gemeten in de 2m en 4m-band en de 70cm, 23cm en de 13cm-band.

Lees meer

Antennemeten bij VERON afdeling Meppel

Vooraankondiging van het antennemeten bij VERON afdeling Meppel

Vooraankondiging van het antennemeten bij VERON afdeling MeppelDe VERON afdeling Meppel gaat in de loop van mei 2017 weer een antennemeetdag organiseren. Het antennemeten zal weer plaats vinden op de 70, 144, 432 MHz en ook de 1,2 en 2.3 GHz banden.

Lees meer

Magnetische loop antenne voor 40-160 meter (1,8-7,0 MHz)

Bouw zelf eens een “General coverage transceiver antenna

Magnetische loop antenne voor 40-160 meter (1,8-7,0 MHz)Zoals de meeste van ons ben ook ik niet gezegend met een perceel grond waar met gemak een dipool voor 80 meter uitgespannen kan worden. Over 160 meter maar te zwijgen, hi. Om toch op deze banden uit te kunnen komen ga je concessies doen aan de kwaliteit van je antenne.

Lees meer

coax-trap

60 meter antenne (5 MHz)

Zelfbouw 60 meter antenne

Ik ben één van de weinigen met een multi-band inverted-V. Voordeel hiervan is dat ik op de bewuste banden een mooie staande golf heb van 1:1. Mijn laagste band is 20 meter. Deze draad heb ik verlengd met een zelfgemaakte spoel. En daaraan nog weer een stuk voor het 60 meter (5 MHz) gedeelte. In principe is één been van de dipool 20m(draad)+20m(spoel)+20m(draad). Om toch nog weer de 20m band te gebruiken heb ik een condensator op de juiste resonatiefrequentie (20m) getrimd.

De bouw

Zelfbouw 60 meter antenneMen neme 1 lege WC-rol. Daarop wikkelde ik 31 windingen 1mm2 vinyldraad (20,4uH). Kroonsteen aan beide einden. Buitenkant intapen en daarna helemaal inspuiten met lak. De condensator (+/- 6,5 pF) heb ik van een stuk oude tv-coaxkabel gemaakt. De binnenader aan de ene kant en de buitenader aan de andere kant van de spoel. Door de binnenader uit de tv-coaxkabel te trekken kun je vrij nauwkeurig de juiste capaciteit bepalen.

De antenne lijkt veel op http://www.hard-core-dx.com/nordicdx/antenna/wire/60mtrapdipole.html maar dan als inverted-V. De trap heb ik eigenlijk gewoon als experiment gemaakt zonder eerst (dure) materialen aan te schaffen om dan misschien te moeten concluderen dat het weggegooid geld is geweest.

Roelf Harm Brouwer (PE1MXP)

NVIS en SkipZone

Thesis van PE5B: “Near Vertical Incidence Skywave”

Near Vertical Incidence Skywave (NVIS)

Interactie tussen antenne en het propagatiemechanisme

Proefschrift van Ben A. Witvliet (PE5B) ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Twente, op gezag van de Rector Magnificus, prof. dr. H. Brinksma, volgens besluit van het College voor Promoties in het openbaar te verdedigen op woensdag 2 december 2015 om 14:45 uur

 

Samenvatting

Near Vertical Incidence Skywave (NVIS) Thesis coverfoto

Flooded New Orleans following Hurricane Katrina, 11 September 2005. Photo courtesy of National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA). Commander Mark Moran, of the NOAA Aviation Weather Center, and Lt. Phil Eastman and Lt. Dave Demers, of the NOAA Aircraft Operations Center, all commissioned officers of the NOAA Corps, flew more than 100 hours surveying Katrina’s devastation. Eastman piloted NOAA’s Bell 212 Twin Huey Helicopter from August 31 to September 19. All three men took dozens of aerial photos from an altitude of several feet to 500 feet.

In gebieden waar geen telecommunicatie-infrastructuur is, of wanneer die infrastructuur door een natuurramp is verwoest, kan Near Vertical Incidence Skywave (NVIS) propagatie voor een verbinding met de buitenwereld zorgen.

Om gebruik te maken van NVIS moeten de radiogolven recht omhoog worden gezonden, waar, op een hoogte tussen 80 en 350 km, de ionosfeer deze golven terugbuigt naar de aarde. Vanwege het frequentieafhankelijke karakter van de propagatie moet bij de keuze van de werkfrequentie rekening worden gehouden met parameters van de ionosfeer. Typische werkfrequenties liggen tussen 3 en 10 MHz.

Door de grote reflectiehoogte wordt een aaneengesloten gebied van tenminste 400 x 400 km rondom de zender bestreken. Aangezien de radiogolven onder een steile hoek naar beneden komen, vindt geen afscherming plaats door grote objecten zoals gebouwen of bergruggen plaats.

Aangezien NVIS niet afhankelijk is van een netwerk of netwerkoperator is snelle uitrol mogelijk. Bovendien zijn de antennes en radioapparatuur relatief eenvoudig te maken en onderhouden, zelfs in landen met een lager technologisch niveau. Deze aspecten maken NVIS radiocommunicatie bij uitstek geschikt voor communicatie na natuurrampen en voor onderwijs en medische zorg op afstand in arme en/of afgelegen gebieden.

Onderzoek naar de inzet van NVIS propagatie voor point-to-point verbindingen of omroep heeft verspreid over tientallen jaren plaatsgevonden en bestrijkt een groot aantal onderwerpen. In dit proefschrift worden blinde vlekken in dat onderzoeksgebied geïdentificeerd en bestudeerd, om zo bestaand onderzoek aan te vullen en te verbinden. Daarbij ligt de focus op antennes en propagatie.

De volgende onderzoeksvragen werden geformuleerd:

  1. Hoe functioneert het NVIS propagatiemechanisme, en welke parameters van dit mechanisme zijn van belang voor de optimalisatie van NVIS telecommunicatiesystemen?
  2. Hoe kunnen we de NVIS antenne optimaliseren zodat (a) het sterkste signaal wordt geproduceerd in het verzorgingsgebied, en (b) zodat de grootste signaal-ruisverhouding wordt gerealiseerd bij ontvangst van signalen uit dat verzorgingsgebied?
  3. Hoe groot is de interactie tussen NVIS antenne en NVIS propagatiemechanisme?

De nadruk van het onderzoek ligt op empirische verificatie van de effectiviteit van antennes en van propagatieverschijnselen en een aantal nieuwe meetmethoden is ontwikkeld om dit mogelijk te maken. De metingen zijn uitgevoerd in Nederland (52°N, 6°O), en worden geacht representatief te zijn voor het gebied tussen 40 en 60 graden Noorderbreedte.

Onderzoek met betrekking tot het NVIS propagatiemechanisme laat zien dat elevatiehoek, polarisatie, fading en ruis de belangrijkste parameters zijn bij de optimalisatie van NVIS telecommunicatiesystemen. De relatie tussen elevatiehoek en afstand is bepaald als functie van de werkfrequentie en het zonnevlekkengetal, en door meting bevestigd. Door middel van metingen is aangetoond dat NVIS al vanaf korte afstanden (20 km op 7 MHz) dominant is ten opzichte van de grondgolf. De metingen laten ook zien dat NVIS efficiënt is: één 100 Watt zender bestrijkt een gebied van 400 x 400 km met 35 tot 55 dB signaal-ruisverhouding. In de nachturen is propagatie waargenomen over een afstand van 110 km, op een frequentie boven de kritische frequentie van de ionosfeer, met een fluctuerend karakter dat veel weg heeft van verstrooiing (scattering) en niet lijkt op grondgolfpropagatie.

Het belang van de propagatie van karakteristieke golven in de ionosfeer is aangetoond door middel van metingen en laat bijna perfect circulaire polarisatie van de neergaande golven zien, met een grote (>25 dB) scheiding tussen beide karakteristieke golven. Een antenne met slechts 0,5 x 0,5 λ footprint is ontworpen, waarmee de beide karakteristieke golven gescheiden kunnen worden ontvangen. Toepassing hiervan voor diversiteitsontvangst (diversity) resulteert in 8 tot 10 dB reductie van het benodigd zendvermogen.

Onderzoek laat zien dat de optimalisatie van zend- en ontvangstantenne een verschillende benadering vraagt en verschillende optima oplevert. Optimalisatie van de ontvangstantenne vergt kennis van de propagatie van elektromagnetische omgevingsruis, waarbij zowel de polarisatie als de verdeling over de ruimtehoeken van belang is. Eerste experimenten laten zien dat de verdeling over de ruimtehoeken niet uniform is. Een nieuwe methode om de effectiviteit van meetantennes voor omgevingsruis te bepalen wordt beschreven.

Voor het op locatie vergelijken van NVIS antennes is een nieuwe meetmethode ontwikkeld die gebruik maakt van NVIS propagatie. Met deze methode is de optimale hoogte van een horizontale dipool als zendantenne bepaald. Die ligt tussen 0,18 en 0,22 λ voor de meeste grondsoorten. Het optimum van de ontvangstantenne ligt rond 0.16 λ, maar die is minder kritisch. In tegenstelling tot wat vaak aangenomen wordt presteren laag opgestelde dipolen slecht: een dipoolantenne op 0,02 λ hoogte is 11 to 12 dB minder effectief dan het optimum bij zenden, en 2 tot 6 dB minder effectief bij ontvangst. Zo’n lage dipoolantenne is echter nog altijd 12 dB effectiever dan een sprietantenne op een auto.

Interactie tussen de NVIS antenne en het NVIS propagatiemechanisme is aangetoond. Naar verwachting geeft optimalisatie waarbij antenne en propagatiemechanisme als een hybride systeem worden beschouwd betere resultaten dan wanneer de antenne alleen wordt geoptimaliseerd.

Verder lezen?

De volledige thesis van Ben (PE5B) staat op de ResearchGate website en is daar behalve online te lezen ook als PDF te downloaden.  Een complete lijst van alle publicaties van Ben staat op zijn ResearchGate profiel pagina.